4 personen
600 g verse krieltjes met schil
1 middelgrote augurk
1 bosje verse raapstelen
5 takjes verse tijm
4 eieren
1 kleine ui
4 oudbakken, witte boterhammen
2 el witte wijnazijn
50 ml zonnebloemolie
200 ml volle yoghurt
1 el roomboter
- Boen de aardappeltjes goed schoon. Verhit een ruime pan met gezouten water en kook ze in ± 17 min. gaar. Giet af en laat afkoelen. Snijd ze in partjes.
- Snijd het dikkere gedeelte van de stelen van de raapstelen, was de raapstelen in ruim water en laat goed uitlekken of droog in een theedoek.
- Doe de eieren in een steelpan met koud water en breng aan de kook. Kook ze ± 3 min. voor een zacht ei (en 4 min. voor een middelhard ei). Spoel de eieren koud en pel ze direct.
- Snijd de boterhammen in repen van 2 cm (inclusief korsten). Verwarm een koekenpan met de zonnebloemolie en boter op middelhoog vuur. Voeg de boterhamrepen met een beetje zout toe en bak ze rondom goudbruin in ± 3 min.
- Snijd de ui en augurk heel fijn. Ris de tijm van de takjes en hak fijn. Roer de ui, augurk, tijm en wijnazijn door de yoghurt en breng op smaak met zout en peper. Meng de dressing door de lauwwarme aardappels met de raapstelen, verdeel over een grote schaal. Snijd de eieren door en verdeel over de salade, verdeel ook de goudbruine soldaatjes over de salade.