4 personen
350 g vastkokende aardappel
2 tenen knoflook
1 1/2 el komijn
8 el olijfolie
150 g spinazie
600 g tuinbonen, dubbelgedopt
1/2 tl gemalen kurkuma
1 tl ketoembar
1 bio-ei
15 g verse koriander
40 g paneermeel
8 pitabroodjes
75 g rucola
1 rode peper
- Schil de aardappelen en snijd de knoflook fijn. Rooster het komijnzaad 3 min. in een koekenpan zonder olie of boter. Laat afkoelen en maal kort in de vijzel.
- Verhit 1 el olie in een wok. Voeg de spinazie in delen toe en laat al omscheppend slinken. Laat afkoelen en duw het vocht eruit. Snijd fijn. Kook de tuinbonen in 4 min. beetgaar. Giet af, spoel koud onder stromend water en dubbeldop ze. Snijd de aardappelen in blokjes van 1 cm. Kook in 15 min. gaar en giet af.
- Snijd het steeltje van de rode peper. Halveer de peper in de lengte en verwijder met een scherp mesje de zaadlijsten. Snijd het vruchtvlees in reepjes.
- Stamp de aardappelen met het komijnzaad, 2 el olie, tuinbonen, rode peper, knoflook, gemalen kurkuma en gemalen koriander tot puree.
- Klop het ei los. Snijd de koriander grof en voeg deze met de spinazie, paneermeel, het ei, peper en eventueel zout toe. Vorm met natte handen 8 gelijke burgers. Leg 30 min. afgedekt in de koelkast. Verwarm de oven voor op 225 °C. Verhit 5 el olie in een koekenpan en bak de burgers in 10 min. goudbruin. Keer halverwege. Bak ondertussen de pita’s 4 min. in de oven. Snijd de broodjes open en vul ze met de rucola en de burgers.