Skip to main content

Wat een warmte he afgelopen week! Waar wij ons aanpassen door ons trager voort te bewegen, groeien onze gewassen een stuk minder hard. We geven de planten uiteraard veel water, zowel in de ochtend als in avond. Met water van hoge kwaliteit, want de sloten rondom zijn hartstikke schoon. Toch is het voor de platen nu het weer doorkomen en overleven.

Wij stemmen ons werkritme deze warme dagen overigens af op de planten. Zo komen we vroeger, nemen we een ’s middags een lange siësta, en komen we ’s avonds weer terug om de tuin water te geven.

Een geluk is nu trouwens, dat wij telen op een lage polder onder zeeniveau. Dat kan in het voorjaar en in de winter wat lastig zijn, want dan is het af en toe echt te nat. Maar we hebben er in de zomer veel profijt van. Volwassen planten kunnen namelijk goed goed uit de voeten met het water uit de grond.

Een voordeel van deze warme zomer is overigens dat we weinig last hebben van Phytophthora. Dat is een moeilijke naam voor de aardappelziekte veroorzaakt door waterschimmels. Zeker bij biologische boeren die zonder chemische bestrijdingsmiddelen werken komt de aardappelziekte veel voor. Maar bij onze zojuist geoogste aardappelen hebben wij er dit jaar helemaal geen last van! Fijn toch!

Net als dat wij van onze heerlijk biologische groenten houden, pikken andere buurtgenoten overigens ook een graantje mee. Zo vinden de vogels het blad van de koolrabi ontzettend lekker. Aangezien het ons om de knol gaat, maakt dit niet zo heel veel uit, maar ziet hij er wel iets minder mooi uit dit jaar. Maar ja, c’est la nature! Oui oui!